Schrijfoefening over sterke- en zwakke zelfstandige naamwoorden
Vul de missende woorden in.
1. Nominatief
Der Junge ist groß. (der Junge - de jongen)
De jongen is groot.
Der Hund ist alt. (der Hund - de hond)
De hond is oud.
sind alt. (der Hund - meervoud)
Der Kunde kauft Erdbeere. (der Kunde - de klant)
De klant koopt aardbeien.
kaufen Erdbeeren. (der Kunde - meervoud)
2. genitief
Die Schönheit der
Die Größe der . (Tiger - tijger) - De grootte van de tijgers.
Die Dummheit der . (Student - student) - De domheid van de studenten.
Die Getränke der . (Kunde - de klant) - De dranken van de klanten.
3. datief
Der Sohn hilft dem Astronauten.
De zoon helpt de astronaut.
Der Sohn hilft
Er gibt dem Mädchen den Stift.
Hij geeft het meisje een pen.
Er gibt
4. accusatief
Wer hat die Waschmaschine benutzt?
Wie heeft de wasmachine gebruikt?
Wer hat
Wer hat den Saft getrunken?
Wie heeft het sap opgedronken?
Wer hat getrunken? (meervoud)
Oefen met een privéleraar!
- Online conversatielessen
- Leer elk onderwerp
- Flexibel lesrooster
Ik ben een Italiaans / Duits tweetalige docent uit Florence! Ik bied lessen aan voor zowel beginners als voor gevorderde sprekers. Ik voer... verschillende soorten lessen uit: ik kan u bijvoorbeeld helpen bij de voorbereiding van een test, uw reis naar Italië of voor meer geavanceerde behoeften. De lessen zijn gericht op het verbeteren van luister- / begrijpend vermogen, evenals lezen, schrijven, spreken en grammatica. Als je meer wilt weten over mijn methoden, boek dan gewoon een proefles! Het is gratis! Ik hoop je snel te zien! Lees verder
Zeer ervaren leraar!
Gratis annuleren
Gratis annuleren
Gratis annuleren
Wat vinden onze studenten van de taallessen?
In tegenstelling tot andere platformen, zijn al onze docenten handmatig geverifieerd door ons professionele team. Vertrouw op de ervaringen van onze studenten.