Les adverbes de lieu en néerlandais (hier, daar)
Inscrivez-vous gratuitement pour obtenir toutes les informations sur les cours particuliers et nos cours collectifs disponibles (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Enregistre-toi gratuitementInscrivez-vous gratuitement pour obtenir toutes les informations sur les cours particuliers et nos cours collectifs disponibles (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Enregistre-toi gratuitementLes adverbes de lieu stipulent l'endroit où l'action prend place.
Adverbes de lieu | Exemples | Traduction |
---|---|---|
Hier |
|
|
Er/daar |
|
|
Daarginds |
|
|
Overal |
|
|
Nergens |
|
|
Thuis |
|
|
Weg |
|
|
Uit |
|
|
Et maintenant, entraîne-toi à l'aide des exercices suivants!
Prends des leçons en ligne avec un enseignant professionnel
Complète les blancs par le bon adverbe de lieu.
Liste d'adverbes possibles: Hier, er/daar, daarginds, overal, nergens, weg, thuis, uit
Er zijn kledingwinkels in het centrum. = Il y a des magasins de vêtements partout dans le centre.
zie je een beroemd monument. = Là-bas, tu aperçois un célèbre monument.
Toen ik was, dacht ik aan jou. = Quand j'étais là-bas, je pensais à toi.
Ze komen de slagerij . = Ils sortent de la boucherie.
Toen jullie terugkwamen, was hij al . = Quand vous êtes revenu, il était déjà parti.
Er is niemand . = Il n'y a personne à la maison.
Jij kunt peren vinden. = Tu ne peux trouver des poires nulle part.
is het warmer dan in België. = Ici, il fait plus chaud qu'en Belgique.
Als je ziek bent, dan blijf . = Si tu es malade, alors reste chez toi.
Er ligt afval. = Il y a des déchets partout.
Clique sur les adverbes de lieu que tu retrouves dans les phrases suivantes. Retrouve la liste des adverbes de lieu.
Attention, ne sélectionne pas les autres catégories d'adverbe!
Hier staat een erg goedkope villa te koop.
Ik gewoon denk dat ze daar wonen.
Marilyn komt de luchthaven uit en komt thuis terug.
Mijn broertje heeft overal knoppen maar ik kan de crème echt nergens vinden.
Al de artikels in uitverkoop moeten morgen zeker weg zijn.
Er bestaan heel veel verschillende kleuren.
Af en toe voelt ze zich te moe om veel werk te doen.
We hebben een zeer mooie tuin hier met bloemen overal.
Misschien zal je straks een kat thuis hebben.
Jullie voelen je nergens comfortabel.
Complète les blancs par le bon adverbe de lieu.
Liste d'adverbes possibles: Hier, er/daar, daarginds, overal, nergens, weg, thuis, uit
Er zijn kledingwinkels in het centrum. = Il y a des magasins de vêtements partout dans le centre.
zie je een beroemd monument. = Là-bas, tu aperçois un célèbre monument.
Toen ik was, dacht ik aan jou. = Quand j'étais là-bas, je pensais à toi.
Ze komen de slagerij . = Ils sortent de la boucherie.
Toen jullie terugkwamen, was hij al . = Quand vous êtes revenu, il était déjà parti.
Er is niemand . = Il n'y a personne à la maison.
Jij kunt peren vinden. = Tu ne peux trouver des poires nulle part.
is het warmer dan in België. = Ici, il fait plus chaud qu'en Belgique.
Als je ziek bent, dan blijf . = Si tu es malade, alors reste chez toi.
Er ligt afval. = Il y a des déchets partout.
Clique sur les adverbes de lieu que tu retrouves dans les phrases suivantes. Retrouve la liste des adverbes de lieu.
Attention, ne sélectionne pas les autres catégories d'adverbe!
Hier staat een erg goedkope villa te koop.
Ik gewoon denk dat ze daar wonen.
Marilyn komt de luchthaven uit en komt thuis terug.
Mijn broertje heeft overal knoppen maar ik kan de crème echt nergens vinden.
Al de artikels in uitverkoop moeten morgen zeker weg zijn.
Er bestaan heel veel verschillende kleuren.
Af en toe voelt ze zich te moe om veel werk te doen.
We hebben een zeer mooie tuin hier met bloemen overal.
Misschien zal je straks een kat thuis hebben.
Jullie voelen je nergens comfortabel.